25% meer duurzame waarde bij slechts 5% meer investering

25% meer duurzame waarde bij slechts 5% meer investering: IGG en W/E tonen aan dat het kan!

Adviesbureau IGG Bouweconomie en onderzoeks- en adviesbureau stichting W/E adviseurs zijn een samenwerking aangegaan. De twee organisaties willen samen met opdrachtgevers zoeken naar hoe er maximaal duurzame waarde aan een investering kan worden toegevoegd.

Over W/E Adviseurs

Onderzoeks- en adviesbureau stichting W/E adviseurs duurzaam bouwen streeft naar verduurzaming van de woning- en utiliteitsbouw in Nederland. W/E adviseurs helpt de landelijke overheid, gemeenten, woningcorporaties en vastgoedbeleggers met het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Hun ketenpartners zoals ontwikkelaars, architecten, adviseurs en onderhoudsbedrijven ziet W/E als belangrijke katalysator in het verduurzamen en W/E helpt hen hierbij. W/E adviseurs richt zich op de onderwerpen Energietransitie, Circulariteit en Gezondheid.
IGG en W/E koppelen kennis voor meer projectwaarde
Kosten en milieu-impact van bouwinitiatieven mogen niet los van elkaar worden gezien. Daarom zijn W/E adviseurs en IGG Bouweconomie complementair aan elkaar. De combinatie van ons advies laat zien dat duurzaamheid samen kan gaan met financieel rendement.
Djordy van Laar – projectleider en adviseur – bij IGG komt in de praktijk vaak klanten tegen die in duurzame projecten streven naar beperking van investeringskosten en uitkomen op een suboptimaal duurzaam project. Door de ambitie van de opdrachtgever concreet te maken, verandert de dynamiek van het project. “Ik wil graag aantonen dat je bijvoorbeeld met 5% meer investering, 25% meer duurzame waarde aan een project kunt toevoegen”.
Tegelijkertijd ervaart senior adviseur Gerben Schuurman van W/E adviseurs: “Ontwikkeling start met hoge duurzaamheidsambities en met eenzijdige focus op investeringskostenbeheersing, dit eindigt vaak met een ‘gemiddeld’ gebouw met aardig energielabel. Ik toon samen met IGG aan dat economisch aantrekkelijk duurzaam bouwen kan.”
Door de kennis en krachten van W/E adviseurs en IGG Bouweconomie samen te voegen, willen de organisaties sneller op klantvragen kunnen inspelen en meer waarde creëren door een geïntegreerd advies te geven (duurzame waarde en kosten).

Van zowel een Bouwbesluit gebouw als een duurzaam gebouw worden de waarde en kosten berekend. W/E adviseurs drukt de lange termijn waarde creatie van een project uit in een GPR-score en IGG berekent met dezelfde uitgangspunten de totale levensduurkosten. In – voor de klant – begrijpelijke taal en visualisaties wordt hiermee duidelijk wat de balans is tussen lange termijn waarde en kosten.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Gerben Schuurman, senior adviseur en sectorspecialist ontwikkelaars en architecten, van stichting W/E adviseurs duurzaam bouwen op schuurman@w-e.nl of met Djordy van Laar, bouw economisch adviseur en projectleider van IGG Bouweconomie op d.vanlaar@igg.nl.

Levensduurkosten, alle kosten voor bouw en exploitatie in beeld

We zeggen graag dat we goed doordacht ontwerpen en toekomstbestendige gebouwen realiseren. Toch kennen we allemaal wel voorbeelden van gebouwen waar binnen 10 jaar grondige renovaties nodig waren. Of waar het binnenklimaat jaren na de oplevering nog steeds te wensen over liet. Hoe zorgen we ervoor dat we een verantwoorde en duurzame investeringsbeslissing kunnen nemen? Dat begint met inzicht in de levenscyclus van het gebouw en de levensduurkosten. Op het juiste moment én via een eenduidige en objectieve methode.

In het eerste deel van deze serie vertellen we je graag meer over een unieke samenwerking die rond dit thema is ontstaan.

Trend of niet?

De totstandkoming van vastgoed ontwikkelt zich in de loop van de tijd. Trends komen en gaan. Of worden gemeengoed. Ze worden ingegeven door conjuncturele en technologische ontwikkelingen, woningnood, klimaatverandering of architectuurstromingen. Ook veranderende wensen op het gebied van (samen)werken en wonen houden de sector in beweging. Eén ding is zeker: al die ontwikkelingen kosten geld. Voor ontwikkeling en realisatie, en vooral ook voor de exploitatie.

Life Cycle Costs en TCO: hoe zeg je?

Hoe kun je – met het oog op de toekomst – een verantwoorde investering doen? Juist: met inzicht in de cijfers. Op strategisch niveau én op detailniveau. Daarmee beoordeel je integraal de keuze voor de locatie, de keuze voor renovatie of nieuwbouw en de keuze voor specifieke gebouw- en installatieconcepten. Zo ontstaat inzicht in de levensduurkosten, die ook wel Life Cycle Costs, Total Cost of Ownership (TCO), Whole Life Costs en de exploitatiekosten worden genoemd. Wij kiezen voor het gemak voor de term levensduurkosten.

Maar… wat levert de berekening van de levensduurkosten jou op als gebouweigenaar of –gebruiker? En hoe werkt zo’n berekening dan? Is die uniform en valt die te benchmarken? Wat is de gevoeligheid als ik de kosten beschouw over een periode van zeg: 30 jaar? Durven we het al aan om toekomstige opbrengsten toe te kennen aan circulaire gebouwen of gebouwdelen?

Unieke samenwerking

Kortom, veel vragen. Voor de leek, maar zeker ook voor veel professionele partijen en kostendeskundigen. Daarom gaan we de komende tijd met elkaar op zoek naar definities en rekenmethodes. Daarbij zorgen we er vooral voor dat we de dezelfde taal gaan spreken. Met plezier kondigen we aan dat het Rijksvastgoedbedrijf, Life Cycle Vision, AT Osborne, IGG Bouweconomie en Brink in de komende periode gaan samenwerken aan het thema levensduurkosten, in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Bouwkostendeskundigen (NVBK).

Klankbordgroep

Professionals gaan met dit thema aan de slag. We streven daarbij naar hoogwaardige, toegankelijke en onafhankelijke informatie. Wil je een bijdrage leveren? Heel graag! Je bent van harte welkom om deel te nemen aan onze klankbordgroep. Je mag deskundige op dit gebied zijn, maar juist ook voor inbreng zorgen wanneer je  nog níet dagelijks met levensduurkosten te maken hebt! Juist de input uit bijvoorbeeld de zorg- of onderwijssector kan nét het verschil maken.

Meld je voor vrijdag 16 oktober 2020 aan via onze expert, of het NVBK:

– Djordy van Laar, IGG Bouweconomie, d.vanlaar@igg.nl
– Nederlandse Vereniging voor Bouwkostendeskundigen (NVBK), secretariaat@nvbk.nl

Integraal rekenen aan kosten, opbrengsten en waarde. Nu en op termijn.

Het Rijksvastgoedbedrijf, Life Cycle Vision, AT Osborne, IGG Bouweconomie en Brink werken de komende periode samen aan het thema levensduurkosten, in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Bouwkostendeskundigen (NVBK). Met elkaar gaan we op zoek naar definities en rekenmethodes. Daarbij zorgen we vooral dat we dezelfde taal gaan spreken.

Op LinkedIn plaatsen wij alle publicaties en is ruimte voor het delen van ervaringen. Je vindt ons op de volgende pagina: LinkedIn Levensduurkosten

Vervolg

In een tweede publicatie zullen we antwoord gaan op de vraag wat levensduurkosten nu eigenlijk zijn. En waarom je die methode zou moeten toepassen. Je kunt die uitgave eind november 2020 verwachten.

Levensduurkosten, de voordelen van deze methode

We zeggen graag dat we goed doordacht ontwerpen en toekomstbestendige gebouwen realiseren. Toch kennen we allemaal wel voorbeelden van gebouwen waar binnen 10 jaar grondige renovaties nodig waren. Of waar het binnenklimaat jaren na de oplevering nog steeds te wensen overliet. Hoe zorgen we ervoor dat we een verantwoorde en duurzame investeringsbeslissing kunnen nemen? Dat begint met inzicht in de levenscyclus van het gebouw en de levensduurkosten. Op het juiste moment én via een eenduidige en objectieve methode.

In het tweede deel van deze serie leggen we uit wat levensduurkosten zijn en wat ze essentieel maakt voor jouw project.

Wat zijn levensduurkosten?

Met ‘levensduurkosten’ bedoelen we alle kosten in de ontwerp-, realisatie- en exploitatiefase (zie Figuur 1). Hiermee breng je de totale kosten – of beter gezegd: de totale economische prestatie – in beeld over de levenscyclus van een vastgoedobject (of een deel daarvan).

De exacte scope en looptijd varieert per project en per opdrachtgever. Ook het detailniveau van de berekening varieert. De methode kan op strategisch niveau worden ingezet voor de berekening van de levensduurkosten van één of meer gebouwen. Ook de inzet op systeem- of detailniveau kan waardevol zijn. Bijvoorbeeld bij de keuze voor een vloerafwerking in een bepaalde ruimte.

Methoden

Bij de berekening van de levensduurkosten is de factor tijd cruciaal. De resultaten kunnen op verschillende manieren worden gepresenteerd. Het meest gebruikt zijn de ‘terugverdientijd’ en de ‘netto contante waarde’ (NCW). Welke methode het best past, is afhankelijk van het doel van de berekening, het type project, de projectfase en de financiële huishouding van de opdrachtgever. In een latere publicatie gaan we hier dieper op in.

Figuur 1: de volledige levenscyclus van vastgoed, opgesplitst in ontwerp, realisatie en exploitatie.

Waarom zou je de levensduurkosten berekenen?

Inzicht

Je berekent de levensduurkosten primair om inzicht te krijgen in alle relevante kosten tijdens de gekozen analyseperiode. De levensduurkosten worden aangevuld met opbrengsten en niet-financiële parameters. Zo heb je volledig inzicht in de kasstromen van je project. Daarmee kun je de discussie starten over de balans tussen de euro’s en de waarde die je op lange termijn creëert.

Onderbouwing

Vaak worden de levensduurkosten berekend om verschillende varianten te vergelijken. Vervolgens kan de economisch meest verantwoorde variant worden gekozen. Daarmee is deze methode een systematische en eerlijke onderbouwing van de ontwerp- en investeringsbeslissingen. De methode stelt je in staat om vroegtijdig bij te sturen. Natuurlijk zijn levensduurkosten niet het enige criterium voor een beslissing, maar het financiële aspect is op deze manier wél goed geborgd.

Lange termijn

Het is raadzaam om de levensduurkosten al vroeg in het ontwikkel- en ontwerpproces te berekenen. In deze fases worden namelijk de beslissingen genomen met de grootste impact. Daardoor liggen hier ook de grootste kansen om de vastgoedportefeuille of het gebouw te optimaliseren. Figuur 2 laat dit mooi zien. Grofweg 80% van de levensduurkosten wordt bepaald in de eerste 20% van het proces. Het loont dus om tijdig te berekenen of de uitgangspunten ook op lange termijn tot de meest economische oplossing leiden. Een iets hogere investering kan zomaar leiden tot lagere totale kosten.

Figuur 2: de potentiële invloed op de levensduurkosten en de kosten van wijzigingen (y-as) uitgezet in de tijd (x-as).

Bron: Bouwen is vooruitzien (2006), aangepast op 26 juni 2020 door de auteurs van deze publicatie.

Duurzaamheid

De berekening van de levensduurkosten vraagt om een langetermijnvisie op het project. Door alle fases van het project te beschouwen, denk je automatisch na over slim onderhoud en de hoogte van de energierekening. Zo heeft inzicht in de levensduurkosten direct en indirect een gunstige invloed op de duurzame bouw en exploitatie van gebouwen

Een ontwerp met lage levensduurkosten heeft echter niet per definitie een lage milieu-impact. Idealiter wordt daarom ook berekend wat de invloed is op het klimaat. Dat gebeurt door de ecologische voetafdruk (bijvoorbeeld de CO2-uitstoot) van alle materialen in het gebouw bij elkaar op te tellen. Ook hier kijken we naar de hele levensduur. In vaktermen heet deze methode een life cycle assessment (LCA). De combinatie van levensduurkosten (LCC) en LCA zegt iets over de balans tussen economie en klimaat. In een latere publicatie gaan we dieper in op de gelijkenissen tussen de LCA en de LCC, en hoe deze balans kan worden ingezet om waarde en kosten op lange termijn te kwantificeren.

In de volgende publicatie besteden we aandacht aan het perspectief: voor wie en wanneer wordt een berekening van de levensduurkosten gemaakt? En is het verstandig om in een vroege fase al een heel gedetailleerde berekening te maken?

Integraal rekenen aan kosten, opbrengsten en waarde. Nu en op termijn.

Het Rijksvastgoedbedrijf, Life Cycle Vision, AT Osborne, IGG Bouweconomie en Brink werken de komende periode samen aan het thema levensduurkosten, in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Bouwkostendeskundigen (NVBK) en de Dutch Association of Cost Engineers (DACE). Met elkaar gaan we op zoek naar definities en rekenmethodes. Daarbij zorgen we vooral dat we dezelfde taal gaan spreken.

Op LinkedIn plaatsen wij alle publicaties en is ruimte voor het delen van ervaringen. Je vindt ons op de volgende pagina: https://www.linkedin.com/groups/8970183/