Is de bodem bereikt?

Is de bodem bereikt

Door: Ton de Groot
In KengetallenKompas 2011

De afgelopen jaren heeft de bouw bijzonder zwaar te lijden gehad onder de financiële crisis. Nog steeds lijkt de werkvoorraad in de bouw over de gehele sector af te nemen, grote projecten zijn schaars. Voor de GWW-sector lijken er vooralsnog voldoende projecten beschikbaar, al verleggen diverse aannemers hun focus meer naar deze sector waardoor ook hier een meer concurrerende markt is ontstaan. Binnen de markt zijn veel reorganisaties doorgevoerd waardoor vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. De markt zal meer tot rust komen.

Aan ons wordt gevraagd of de bodem inmiddels is bereikt en wij al weer een stijging van de kosten verwachten. Sommige indices, die een voorspelling geven, verwachten op korte termijn een opleving. Onze verwachting is dat de aanbestedingsresultaten het komende jaar nog op het niveau van 2010 blijven liggen. In 2011 blijft er een schaarste aan nieuwe grote projecten, mede doordat overheden fors moeten bezuinigen. Ook herontwikkeling van projecten kost tijd, waardoor het komende jaar nog niet gerekend kan worden op een opleving van het aantal aanbestedingen.

Jaarlijks worden de stijgingen van grondstoffen en lonen gecorrigeerd, maar aannemers nemen genoegen met lagere marges bij inschrijvingen. Een verdere daling van de markt verwachten wij dan ook niet meer, aangezien de bouwcapaciteit zich inmiddels lijkt te stabiliseren. Met andere woorden: De absolute bodem lijkt bereikt, maar een opwaartse trend zal maar zeer langzaam worden ingezet.

Download het volledige artikel

Crisis, ik vind het wel verfrissend

Crisis, ik vind het wel verfrissend

Door: Ton de Groot
In: KengetallenKompas 2012

Bovenstaande slogan komt uit een commercial waarin een multimiljonair door de crisis zijn hele vermogen heeft verloren, maar er niet over peinst om bij de pakken neer te gaan zitten. In zijn nieuwe situatie merkt hij dat hij anders naar de wereld kijkt en ziet hij eigenlijk alleen maar nieuwe kansen.

Ook binnen de bouwwereld zijn er duidelijk andere tijden aangebroken. Iedereen die in de bouw werkzaam is, merkt dat het nu aankomt op inventiviteit, nieuwe ideeën en het leggen van slimme verbindingen. Aannemers zijn druk bezig om hun organisaties efficiënter te maken in deze moeilijke tijden. Dit geldt natuurlijk voor de gehele bouwkolom: toeleveringsbedrijven, architecten en ingenieursbureaus, allemaal hebben ze ermee te maken.

Om in de huidige markt projecten te verwerven zal de aannemer steeds scherper moeten inschrijven. Toch zijn er bouwondernemers die hun marges redelijk op peil weten te houden, mede dankzij een zeer efficiënte organisatie en een uitgekiende inkoop. Daarbij moet worden bedacht dat goede resultaten niet worden behaald door onderaannemers en leveranciers volledig uit te knijpen, want dit gaat tijdens de uitvoering zeker tegen je werken. Er valt (nog) een hoop winst te behalen door intensief met ze mee te denken om hun productieproces af te stemmen op bouwmethodiek en planning.
In het digitale tijdperk zal de hoofdaannemer zich steeds meer richten op het BIM‑model. Het doel is vooral om vooraf meer inzicht in het bouwproces te krijgen en om faalkosten (nog steeds een aanzienlijke kostenpost) te voorkomen. Om dit te bereiken moeten alle partijen bij dit proces worden betrokken, zodat leveranciers en onderaannemers hun productieproces hierop kunnen afstemmen. Tijdige reserveringen van productiecapaciteit en geen te grote voorraden met dure opslagruimte hebben direct effect op de prijs. Dit vereist wel een veel intensievere aanpak dan alleen inkopen tegen de laagste prijs.

Daarnaast slanken hoofdaannemers hun organisatie steeds meer af om de kosten te besparen. We zien duidelijk een tendens om de vaste kosten op de hoofdkantoren te verlagen en bijkantoren te sluiten. Waar eerst het argument werd gebruikt om dicht bij de klant te willen zitten om de service te verbeteren, is dat nu deels achterhaald door het algemeen gebruik van internet en andere digitale hulpmiddelen. Uiteraard geldt dit minder voor lokale aannemers en adviesbureaus, maar meer voor landelijk opererende bedrijven.

Bedrijven slanken af en stellen zich meer in op de vraag van de klant. Ze zoeken nu de juiste partners om per project het beste team samen te stellen. Dit zijn steeds minder vaak mensen binnen de eigen organisatie maar veel vaker van buiten. Dit betekent dat eigen specialistische afdelingen worden ingekrompen als de vraag achterblijft bij het aanbod. We zien dit bij aannemers, maar ook bij adviesbureaus die zich liever concentreren op hun eigen specialisme(n) en ad hoc samenwerken met andere specialisten. Werken met open netwerken die van elkaars specialisme gebruik maken, is vaak goedkoper, beter en slimmer.

Opdrachtgevers vragen bij aanbestedingen steeds meer om alternatieve en innovatieve oplossingen die recht doen aan de specialismen van de biedende partijen. We zien hier duidelijk een voordeel voor beide partijen: bedrijven met de meeste creativiteit en durf kunnen hun slag slaan.

Download het volledige artikel

Indexcijfers met toekomstwaarde

Indexcijfers met toekomstwaarde?

Door: Albert Simonis
In: KengetallenKompas 2012

Voor verrekeningen van bouwkosten in de tijd maakt men in de bouw gebruik van indexcijfers, die door diverse instanties worden gepubliceerd. Momenteel merken we dat de leveranciers van indexcijfers verder gaan en ook andere publicaties leveren. Het leek ons nuttig om met name de prognosecijfers en trends van het BDB eens te analyseren.

Maandelijks laat het BDB tot op 2 cijfers achter de komma nauwkeurig weten hoe de loon- en materiaalkosten resp. de aanneemsommen zich hebben ontwikkeld, maar daarnaast wordt ook de ontwikkeling van diezelfde kosten in de komende 12 maanden met één cijfer achter de komma geprognosticeerd. De BDB-Trends geven zelfs aan hoe de werkelijke kosten zich in de komende 2 jaar zullen ontwikkelen t.o.v. de theoretisch bepaalde kostenontwikkeling.

Het BDB onderscheidt structurele en conjuncturele kostenontwikkeling. De eerste geeft weer “de autonome prijsontwikkeling van de productiekosten bij een onveranderde vraag”, de laatste wordt gedefinieerd als “de algemene prijsontwikkeling die wordt veroorzaakt door een verschuiving van de vraag bij een onveranderd aanbod”. De prijzen van de samenstellende materialen en uurlonen ontwikkelen zich kennelijk autonoom (en steeds omhoog), maar de prijzen van de aannemers schieten alle kanten uit als de vraag wijzigt. Wat er gebeurt als ook het aanbod wijzigt (bijv. door een trits faillissementen zoals we nu meemaken) blijft onvermeld, maar maakt de mate van voorspelbaarheid waarschijnlijk niet groter.

Verrekeningen vinden normaliter plaats op basis van de theoretisch bepaalde indexcijfers, maar hoe realistisch is dat nog? Volgens de theoretische index stijgen de prijzen permanent, maar kijk je naar de markt (na oktober 2007) dan vallen de prijzen alleen maar steeds verder terug.

Heel vreemd vinden wij het gigantische verschil tussen structureel en conjunctureel in de Trends, dat de laatste tijd is opgelopen tot zo’n 15%! Dat kan niet alleen worden verklaard uit door de conjunctuur afgedwongen verlagingen van de opslagen, AK en W&R, samen met “optimaliseren” van de Algemene Uitvoeringskosten. Waarschijnlijk gaat het structurele cijfer uit van personeel op de bouwplaats en bij de onderaannemers/leveranciers dat geheel onder de CAO valt en materiaalprijzen volgens de catalogi. De realiteit is echter de massale inzet van ZZP’ers tegen lage uurtarieven en grote (kwantum)kortingen van leveranciers. Dàt effect vinden we terug in de conjuncturele kwartaalcijfers.

Het BDB gaat erg ver met voorspellende uitspraken. Het claimt inzicht te kunnen verschaffen in de toekomstige bewegingen van de aanbestedingsmarkt, zonder enig voorbehoud te maken. Naar onze mening is dat wel èrg kras.
Dat de in opeenvolgende maanden opgegeven prognosecijfers voor een bepaalde maand afwijken van de definitieve indexcijfers is logisch en blijft binnen aanvaardbare grenzen. Dat de trendlijnen bij elk volgend kwartaal steeds verder opschuiven naarmate de crisis langer duurt (zie figuur) geeft ons meer te denken. Dat soort uitwaaierende resultaten is inherent aan voorspellen over een langere periode, maar wordt problematisch wanneer de gebruikers niet expliciet worden gewezen op de bijbehorende onzekerheden, risico’s en marges.

Download hier het artikel